- Brede grensverleggende wetenschappelijke thema’s zijn geïnitieerd en geborgd in het onderzoeksprogramma van de organisatie
- De strategische koers van het onderzoek- en beleidsveld zijn aantoonbaar beïnvloed
- Onderzoeksprogramma’s zijn belegd
| - Toont zich bij het handelen bewust van de politiek-bestuurlijke gevoeligheid van zijn inzichten en de consequenties voor het onderzoeksprogramma
- Onderkent tijdig de politieke afbreukrisico’s van onderzoeksprogramma’s voor de politiek-ambtelijke top
| |
- Is autonoom in zijn opvattingen en handelen met betrekking tot zijn onderzoeksveld en houdt daarbij rekening met politiek-maatschappelijke gevoeligheden
- Houdt vast aan wetenschappelijke professionaliteit: is open en duidelijk over de wetenschappelijke opvattingen en handelt daarnaar
- Introduceert nieuwe onderzoeksprogramma’s en wint belanghebbenden hiervoo
| |
- Toont een duidelijke zienswijze ten aanzien van de ontwikkeling en kansen op het eigen onderzoeksveld(en)
- Heeft op basis van ontwikkelingen (politiek, economisch, maatschappelijk) een duidelijke visie op het eigen onderzoeksterrein(en)
- Draagt actief de eigen visie uit, rekening houdend met de positie en gevoelens van anderen
| |