Forensisch Therapeutisch Werker

Geeft uitvoering aan de behandeling, begeleiding en beveiliging van justitiabelen met psychosociale (en somatische) problematiek in een beveiligde leefomgeving

Opdracht(gever) (politiek/ambtelijk)

Resultaten Gedragsindicatoren Competenties
  • Bijdragen zijn geleverd aan gedragsverande-ring bij justitiabelen, middels toepassing van erkende methodieken
  • Continuïteit en maximale deelname aan het (dag)programma en groepsproces zijn zo goed mogelijk gerealiseerd
  • Veilig en hygiënisch leefklimaat is optimaal gerealiseerd en in evenwicht met het thera-peutisch zorg- en behandelklimaat
  • Intake, voorlichting en informatievoorziening aan justitiabelen zijn uitgevoerd volgens afsrpaak
  • Materiële en immateriële hulpverlening zijn volgens protocol en doeltreffend uitgevoerd
  • Bijdragen aan het plaatsingsadvies, diagnose, behandel- en begeleidingsplan van justitiabelen zijn volgens (kwaliteits)-normen geleverd
  • Individuele begeleiding, zorg en interventies zijn afgestemd op het individuele behandel-/begeleidingsplan en algemene zorgbeleid
  • Verpleegkundige zorg is verleend conform protocollen (Van toepassing voor verpleegkundige variant)
  • Controles en inspecties zijn uitgevoerd
  • Crisissituaties en (dreigende) ordeverstoringen zijn doeltreffend gede-escaleerd
  • Werkt aan vertrouwensrelatie met de justitiabele, benadert deze met respect en toont zich optimistisch en stimulerend naar de justitiabele.
  • Toont respect voor de normen, waarden en eigenheid van de ander
  • Gaat zorgvuldig en zuiver om met persoonlijke en gevoelige informatie
  • Maakt de eigen professionele grenzen duidelijk, houdt professionele distantie en stelt de afwijkingen van de norm aan de orde
  • Blijft ook onder verleiding of druk handelen volgens de geldende normen en waarden
  • Integriteit
  • Verplaatst zich in de belevingswereld en situatie van de justitiabele en toont begrip
  • Maakt een voortdurende inschatting van de gemoedstoestand van de justitiabele
  • Herkent emoties, spanningen en afwijkend gedrag
  • Onderkent overdrachtsprocessen in de relatie met justitiabelen en teamleden en maakt dit bespreekbaar, stuurt het eigen gedrag bij
  • Inlevingsvermogen
  • Past de eigen verbale en non-verbale benaderingswijze aan aan persoon en situatie
  • Past weloverwogen handelingsalternatieven toe (o.a.motiverende bejegening), schakelt over op een andere aanpak indien nodig
  • Schakelt in de toepassing van methodieken al naar gelang de culturele achtergrond van de justitiabele.
  • Flexibiliteit
  • Neemt indien nodig het voortouw
  • Signaleert knelpunten in het leef/werkklimaat en draagt ideeën en oplossingen aan
  • Grijpt zo snel mogelijk in om escalatie te voorkomen
  • Is alert op onvoorziene situaties, maakt risico-inschattingen en neemt zonodig zelfstandig actie
  • Initiatief
  • Houdt het hoofd koel, blijft kalm en toont zich zelfverzekerd
  • Houdt overzicht, handelt vlot en vastberaden
  • Blijft overeind in spanningsvolle situaties, blijft beheerst en doelmatig handelen
  • Ontlaadt de spanning na herstel van de orde en rust
  • Maakt bij de keuze voor een interventie een afweging tussen veiligheid / sturing enerzijds en behandeldoelen / ruimte anderzijds
  • Stressbestendigheid
  • Maakt bij de keuze voor een interventie een juiste inschatting welke benadering bij de betreffende justitiabele de meeste kans van slagen heeft
  • Maakt bij de toewijzing van een activiteit aan een justitiabele een reële inschatting van diens belastbaarheid en de risico’s
  • Bewaakt bij ethische dilemma’s een balans tussen de eigen ethiek en de doelen van behandeling en veiligheid
  • Is in staat afstand te nemen van een persoon of situatie om objectief te kunnen analyseren en zich een oordeel te kunnen vormen
  • Oordeelsvorming

Omgeving

Resultaten Gedragsindicatoren Competenties
  • Resocialisatie is bevorderd door initiatie en herstel van contacten met de omgeving van de justitiabele
  • Rapportage, overdracht, doorverwijzing en afstemming met andere disciplines en ketenpartners zijn tijdig en volledig gerealiseerd conform richtlijnen
  • Wisselt kennis, informatie en ideeën met andere disciplines en instanties
  • Deelt kennis en informatie met collega’s binnen de organisatie en externe partners
  • Ondersteunt andere disciplines gevraagd en ongevraagd bij de realisatie van gemeenschappelijke doelen
  • Werkt actief aan een goede samenwerkingsrelatie
  • Stemt af met collega’s om in de aanpak op één lijn te blijven
  • Samenwerken

Bedrijfsvoering

Resultaten Gedragsindicatoren Competenties
  • Regelgeving (Beginselenwet, WGBO), protocollen, dienstinstructies, procedures en (veiligheids)voorschriften zijn nageleefd
  • Administratie en intern beheer is op orde
  • Continuïteit van werkprocessen op de afdeling is gewaarborgd (senior)
  • Kwaliteit, deskundigheid en professionaliteit van het team zijn bevorderd (senior)

Vernieuwen en verbeteren

Resultaten Gedragsindicatoren Competenties
  • Bijdragen aan continue verbetering van werkprocessen zijn geleverd
  • Benut kansen om de eigen professionele kennis en vaardigheden te vergroten
  • Signaleert knelpunten en adviseert over mogelijke verbeteringen
  • Reflecteert op gedrag, emoties en draagkrachtondermijnende processen bij zichzelf, collega’s en justitiabelen; maakt dit bespreek-baar en staat open voor feedback
  • Zelfontwikkeling