Terug naar functiegroepen overzicht

Functiegroepen vergelijken

Kies twee functiegroepen om de resultaatgebieden, gedragsindicatoren, competenties en het kwaliteitenprofiel met elkaar te vergelijken.

Geestelijk Verzorger

Uitvoering

Medewerker Operationeel Verkeersmanagement

Uitvoering

Vergelijk de resultaatgebieden/resultaten van de twee functiegroepen

Begeleidt justitiabelen bij godsdienst- en levensovertuiging

Zorgt voor een vlotte, veilige en milieubewuste doorstroming van verkeer op de (vaar)weg

Opdracht(gever) (politiek/ambtelijk)

  • Begeleiding bij godsdienst- en levensovertuiging is zo goed mogelijk tot stand gekomen, persoonlijk en in gemeenschap met anderen
  • In de begeleiding zijn de uitgangspunten nageleefd, zoals deze zijn overeengekomen tussen levensbeschouwelijke institutie en staat

Omgeving

  • Benodigde zorg/begeleiding is effectief afgestemd met andere disciplines en zorgverleners, doorverwijzing is tijdig in gang gezet
  • Netwerk en samenwerkingsverbanden zijn opgebouwd en onderhouden

Bedrijfsvoering

  • Rapportages zijn conform richtlijnen opgesteld
  • Uitgangspunten van het geestelijke ambt en ambtelijke competenties zijn nageleefd

Vernieuwen en verbeteren

  • Bijdragen aan continue verbetering van detentieklimaat zijn geleverd
  • Kennis en inzicht zijn bevorderd bij aanverwante disciplines

Opdracht(gever) (politiek/ambtelijk)

  • Incidenten en calamiteiten op de (vaar)weg zijn juist afgehandeld
  • De veiligheid op de (vaar)weg is gewaarborgd
  • De milieuwetgeving is gehandhaafd

Omgeving

  • De (vaar)weggebruikers zijn juist geïnformeerd
  • De juiste functionarissen en instanties (o.a. collega's, politie, hulpdiensten) zijn juist geïnformeerd en ingeschakeld

Bedrijfsvoering

  • Verkeersgegevens en rapporten van incidenten zijn volledig en juist
  • De administratie voldoet aan de geldende regelgeving
  • Er is een team met gekwalificeerde en gemotiveerde medewerkers)
  • Medewerkers zijn op het juiste moment op de juiste plaats ingezet (geldt alleen voor coördinatoren)

Vernieuwen en verbeteren

  • Verbeterde werkwijzen op basis van perio-dieke evaluatie (o.a. plan-do-check-act) zijn doorgevoerd
  • Ideeën voor het verbeteren van resultaten zijn geleverd

Vergelijk de gedragsindicatoren van de twee functiegroepen

Opdracht(gever) (politiek/ambtelijk)

  • Werkt aan een vertrouwensrelatie, benadert de ander op een open en respectvolle wijze
  • Toont respect voor de normen, waarden en eigenheid van de ander
  • Gaat zorgvuldig om met persoonlijke informatie
  • Maakt de eigen (professionele) grenzen duidelijk, houdt (professio-nele) distantie
  • Blijft ook onder verleiding of druk handelen volgens de geldende normen en regels
  • Verplaatst zich in de belevingswereld en situatie van de ander en toont begrip
  • Herkent emoties, spanningen en afwijkend gedrag
  • Gaat tactvol om met andermans gevoelens en behoeften
  • Onderkent interpersoonlijke processen bij zichzelf en anderen en maakt dit bespreekbaar, stuurt het eigen gedrag zonodig bij
  • Houdt rekening met verschillende (culturele) achtergronden
  • Weegt beschikbare informatie en alternatieven tegen elkaar af en maakt een realistische inschatting van benodigde zorg
  • Maakt bij de keuze voor een interventie een afweging tussen benodigde zorg en het beroepsgeheim enerzijds en veiligheid anderzijds
  • Schat ernst en risico’s van een situatie in en neemt maatregelen

Omgeving

  • Deelt relevante kennis en informatie met collega’s en andere disciplines
  • Werkt actief aan goede samenwerkingsrelaties, neemt initiatief en stelt zich toegankelijk op
  • Handelt vanuit het gezamenlijke belang
  • Stemt af met collega’s om in de aanpak op één lijn te blijven
  • Overbrugt tegenstellingen tussen partijen
  • Benut kansen om contacten te leggen en samenwerking aan te gaan
  • Komt uit voor zijn standpunt richting andere disciplines
  • Onderbouwt het eigen standpunt met heldere argumenten die de ander aanspreken
  • Doseert argumenten of standpunten op beslissende momenten, richt zich tot de juiste personen
  • Maakt successen en knelpunten zichtbaar

Vernieuwen en verbeteren

  • Signaleert knelpunten in detentieklimaat in brede zin en doet uitvoerbare voorstellen voor verbetering
  • Volgt ontwikkelingen in het vakgebied en houdt de eigen deskundigheid op peil
  • Bespreekt casuïstiek met collega’s en stelt eigen en andermans inzichten ter discussie
  • Reflecteert op eigen emoties en gedrag, vraagt om en staat open voor feedback
  • Laat zien over een reëel inzicht in de eigen sterke en zwakke punten te beschikken

Opdracht(gever) (politiek/ambtelijk)

  • Schat gedragingen van wegverkeer/scheepvaart en trein/lijndienst in
  • Schat risico’s van beslissingen in
  • Herkent afwijkende situaties aan de hand van signaleringssystemen
  • Maakt zelfstandig een goede inschatting van (onveilige) situaties en onderneemt tijdig actie om onveiligheid te voorkomen
  • Bepaalt consequenties van maatregelen over de grenzen van eigen situatie/regio heen
  • Haalt tijdig anderen erbij. Stemt eigen maatregel en acties van anderen met elkaar af
  • Kan zich voorstellen hoe de situatie zich zal ontwikkelen na eventuele maatregelen (scenario’s denken)
  • Kan met veel informatiebronnen (fax, telefoon, beeldscherm, etc) tegelijk omgaan
  • Behoudt het overzicht over een veelheid aan informatie en situaties en schat de relevantie ervan goed in
  • Blijft ook in rustige perioden alert en waakzaam
  • Blijft rustig bij plotselinge gebeurtenissen en behoudt, ook onder druk van hulpdiensten of weggebruikers, eigen integriteit
  • Wijkt in nood af van standaardprocedures en houdt zich aan het protocol
  • Schakelt soepel tussen verschillende verkeerssituaties en betrokken partijen die aandacht vragen
  • Neemt, ook zonder volledige informatie en klankbord, zelfstandig besluiten om situatie veilig te stellen
  • Houdt vast aan eigen besluit maar is ook in staat in geval van nieuwe informatie alternatieven te horen en eigen besluit te heroverwegen
  • Is alert en grijpt direct in bij problemen en onduidelijkheden
  • Kan met tegenstrijdige aanvragen van anderen omgaan en stuurt aan op de meest veilige oplossing
  • Is in staat een besluit/maatregel/handeling naderhand te onderbouwen

Omgeving

  • Weet wat een beslissing betekent voor een (vaar-)weggebruiker
  • Houdt in het handelen rekening met de behoeften en belangen van de (vaar-) weggebruiker
  • Doet moeite om behoeften en belangen van de (vaar-) weggebruiker te onderzoeken
  • Leeft zich in het verwachtingpatroon van de (vaar-) weggebruikers in
  • Kan kort en bondig betrokkenen de situatie uitleggen. Rapporteert kort en volledig
  • Spreekt anderen aan op richtlijnen en protocollen en gevolgen van acties en beslissingen
  • Kan anderen overtuigen van genomen maatregelen
  • Luistert actief en vraagt door
  • Is in staat om feedback te ontvangen en geven

Bedrijfsvoering

  • Maakt mensen enthousiast, raakt bij hen de juiste snaar (Geldt alleen voor coördinatoren)
  • Spreekt waardering in medewerkers uit (Geldt alleen voor coördinatoren)
  • Inspireert mensen door eigen commitment te tonen (Geldt alleen voor coördinatoren)
  • Krijgt mensen zover dat ze zich committeren (Geldt alleen voor coördinatoren)
  • Pikt zaken op waar anderen overheen kijken
  • Kan lang met details omgaan zonder fouten te maken

Vernieuwen en verbeteren

  • Werkt zich snel in nieuwe materie in
  • Integreert nieuwe kennis in bestaande
  • Leert van eigen fouten
  • Benut nieuwe ervaringen effectief

Vergelijk de competenties van de twee functiegroepen

  • Integriteit
  • Inlevingsvermogen
  • Oordeelsvorming
  • Samenwerken
  • Overtuigingskracht
  • Zelfontwikkeling
  • Anticiperen
  • Stressbestendigheid
  • Besluiten nemen
  • Klantgerichtheid
  • Mondelinge uitdrukkingsvaardigheid
  • Motiveren
  • Accuraat werken
  • Zelfontwikkeling

Vergelijk het kwaliteitenprofiel van de twee functiegroepen

Ervaring

De benoemingsvoorwaarden van de betreffende zendende instantie, die erkend zijn door de Minister van Justitie, zijn van toepassing

Opleiding

Universitair diploma van een door het zendende genootschap erkende ambtsopleiding op masterniveau

Werk- en denkniveau
  • WO
Opleidingsrichting en/of vakkennis

Geëigende opleiding voor betreffende denominatie

Overige kennis en vaardigheden

Culturele achtergronden en geloofs- en levensovertuiging, juridische aspecten van vrijheidsbeneming, globale kennis van psychopathologie en drugsgerelateerde problematiek, kennis van de sociale kaart, vaardigheid in omgaan met de doelgroep binnen de detentiesituatie en met de inrichtingscontext van geslotenheid

Competenties uit het kernprofiel

  • integriteit
  • inlevingsvermogen
  • oordeelsvorming
  • overtuigingskracht
  • samenwerken
  • zelfontwikkeling

Ervaring

Ervaring als sluismeester

Opleiding

Werk- en denkniveau
  • VMBO
  • MBO
Opleidingsrichting en/of vakkennis

VMBO, MBO: Relevant voor het aandachtsgebied

Nautische functies 2( binnen 2 jaar na benoeming)

Radartraining

Marifooncertificaat

Nautisch duits

Nautisch engels (geldt alleen voor buiten- en weefgebieden)

Competenties uit het kernprofiel

  • anticiperen
  • stressbestendigheid
  • besluiten-nemen
  • klantgerichtheid
  • mondelinge-uitdrukkingsvaardigheid
  • motiveren
  • accuraat-werken
  • zelfontwikkeling