Terug naar functiegroepen overzicht

Functiegroepen vergelijken

Kies twee functiegroepen om de resultaatgebieden, gedragsindicatoren, competenties en het kwaliteitenprofiel met elkaar te vergelijken.

Operationeel Medewerker Scheepsmanagement

Uitvoering

Inrichtingswerker

Uitvoering

Vergelijk de resultaatgebieden/resultaten van de twee functiegroepen

Zorgt voor realisatie van de vaaropdracht

Zorgt voor beveiliging, observatie, begeleiding en voorbereiding op resocialisatie van justitiabelen, in een beveiligde leefomgeving ( Met eventueel als extra aandachtsgebieden: re-integratiebegeleiding, arbeid en forensische observatie )

Opdracht(gever) (politiek/ambtelijk)

  • Veilige, technisch correcte en milieubewuste inzet van het vaartuig is gewaarborgd
  • Vaaropdracht is conform afspraak en efficiënt uitgevoerd
  • Met incidenten en calamiteiten op de vaarweg/binnen het vaargebied is adequaat omgegaan
  • Klantvragen zijn effectief ingenomen, afgehandeld of doorgeleid

Omgeving

  • Betrokkenen op de vaarweg/in het vaargebied en/of klanten en overige actoren zijn juist en tijdig geïnformeerd
  • Vaaropdrachten in verschillende vaargebieden en op verschillende vaartuigen zijn gerealiseerd

Bedrijfsvoering

  • Verkeersgegevens en rapporten over verrichte werkzaamheden zijn volledig en juist
  • Administratie voldoet aan de geldende regelgeving
  • Er is een team met gekwalificeerde en gemotiveerde medewerkers
  • Medewerkers zijn op het juiste moment op de juiste plaats ingezet

Vernieuwen en verbeteren

  • Ideeën voor het verbeteren van resultaten zijn geleverd
  • Verbeterde werkwijzen op basis van periodieke evaluatie (o.a. plan-do-check-act) zijn doorgevoerd

Opdracht(gever) (politiek/ambtelijk)

  • Intake, voorlichting en informatievoorziening aan justitiabelen zijn uitgevoerd volgens afspraken
  • Continuïteit en maximale deelname aan het (dag)programma en groepsproces zijn zo goed mogelijk gerealiseerd
  • Bijdragen zijn geleverd aan gedragsverandering bij justitiabelen, door motiverende bejegening en toepassing van erkende methoden
  • Materiële en Immateriële hulp is verleend
  • Veilig, stabiel en hygiënisch werk- en leefklimaat zijn optimaal gerealiseerd
  • Controles en inspecties zijn volgens dienst-instructies uitgevoerd
  • (Dreigende) ordeverstoringen en crisis-situaties zijn doeltreffend voorkomen cq. gede-escaleerd
  • Overeengekomen productie is behaald binnen reële mogelijkheden (arbeid)
  • Een veilige werkomgeving is gewaarborgd (arbeid)
  • Observatie en rapportage omtrent gedrag heeft plaatsgevonden conform observatieplan en protocollen (Forensische observatie)

Omgeving

  • Rapportage, advisering, overdracht, doorverwijzing en afstemming met andere disciplines zijn tijdig gerealiseerd
  • Re-integratieactiviteiten zijn afgestemd met ketenpartners en instanties (1re-integratie-begeleiding)

Bedrijfsvoering

  • Regelgeving (PBW, ARBO), protocollen, dienstinstructies, procedures en (veiligheids)voorschriften zijn nageleefd
  • Gereedschap, apparatuur en machines zijn in goede staat van onderhoud (arbeid)
  • Administratie en intern beheer is op orde
  • Continuïteit van werkprocessen op de afdeling is gewaarborgd (senior)
  • Kwaliteit, deskundigheid en professionaliteit van het team zijn bevorderd (senior)

Vernieuwen en verbeteren

  • Bijdragen aan continue verbetering van werkprocessen zijn geleverd

Vergelijk de gedragsindicatoren van de twee functiegroepen

Opdracht(gever) (politiek/ambtelijk)

  • Stelt prioriteiten, geeft realistische inschattingen van de werkzaamheden, komt afspraken na en haalt deadlines
  • Onderneemt gericht acties en betrekt tijdig collega’s om het gestelde doel te bereiken
  • Neemt beslissingen op basis van informatie en schaalt tijdig op
  • Schat gedragingen van scheepvaart in
  • Signaleert actief knelpunten en kansen van de opdracht, koppelt tijdig terug en draagt uit eigen beweging ideeën of oplossingen aan
  • Schat risico’s van beslissingen in en bepaalt consequenties van maatregelen over de grenzen van eigen situatie heen
  • Herkent afwijkende situaties aan de hand van signaleringssystemen
  • Maakt zelfstandig een goede inschatting van (onveilige) situaties en onderneemt tijdig actie om onveiligheid te voorkomen
  • Haalt tijdig anderen erbij. Stemt eigen maatregel en acties van anderen met elkaar af
  • Kan met veel informatie tegelijk omgaan
  • Behoudt het overzicht over een veelheid aan informatie en situaties en schat de relevantie ervan goed in
  • Blijft ook in rustige perioden alert en waakzaam
  • Blijft rustig bij plotselinge gebeurtenissen en behoudt, ook onder druk van de omstandigheden, eigen integriteit
  • Wijkt in nood af van standaardprocedures en houdt zich aan het protocol

Omgeving

  • Weet wat een beslissing betekent voor inzet van het vaartuig
  • Houdt in het handelen rekening met de behoeften en belangen van de dienst en andere vaarweggebruikers
  • Doet moeite om behoeften en belangen van de dienst te onderzoeken

Bedrijfsvoering

  • Maakt mensen enthousiast, raakt bij hen de juiste (geldt alleen voor coördinatoren)
  • Krijgt mensen zover dat ze zich committeren (geldt alleen voor coördinatoren)
  • Inspireert mensen door eigen commitment te tonen (geldt alleen voor coördinatoren)
  • Spreekt waardering in medewerkers uit (geldt alleen voor coördinatoren)
  • Controleert tussentijds de kwaliteit en voortgang van de werkzaamheden van zichzelf, medewerkers en externen
  • Creëert voor zichzelf en anderen inzicht in de voortgang van zaken
  • Signaleert afwijkingen in planning en afspraken en stuurt zo nodig bij of komt met voorstellen om bij te sturen

Vernieuwen en verbeteren

  • Werkt zich snel in nieuwe materie in
  • Integreert nieuwe kennis in bestaande
  • Leert van eigen fouten
  • Benut nieuwe ervaringen effectief
  • Past nieuwe ervaringen en kennis snel toe in de werksituatie
  • Wisselt regelmatig kennis, informatie en ideeën uit met anderen

Opdracht(gever) (politiek/ambtelijk)

  • Werkt aan een goede werkrelatie met de justitiabele, benadert deze met respect
  • Gaat zorgvuldig en zuiver om met persoonlijke en gevoelige informatie
  • Maakt de eigen professionele grenzen duidelijk, houdt professionele distantie en stelt afwijkingen van de norm aan de orde.
  • Blijft ook onder verleiding of druk handelen volgens de geldende normen en waarden
  • Verplaatst zich in de belevingswereld en situatie van de justitiabele en toont begrip
  • Maakt een voortdurende inschatting van de gemoedstoestand van de justitiabele
  • Herkent emoties, spanningen en afwijkend gedrag
  • Stemt de bejegening af op de toestand van de justitiabele
  • Past de eigen verbale en non-verbale benaderingswijze aan aan persoon en situatie
  • Past weloverwogen handelingsalternatieven toe, schakelt over op een andere aanpak indien nodig
  • Schakelt in de toepassing van methodieken (motiverende bejegening) al naar gelang de situatie dat vraagt
  • Neemt indien nodig het voortouw
  • Signaleert knelpunten in het leef/werkklimaat en draagt ideeën en oplossingen aan
  • Grijpt zo snel mogelijk in om escalatie te voorkomen
  • Is alert op onvoorziene situaties, maakt risico-inschattingen en neemt zonodig zelfstandig actie
  • Houdt het hoofd koel, blijft kalm en toont zich zelfverzekerd
  • Houdt overzicht, handelt vlot en vastberaden
  • Blijft overeind in spanningsvolle situaties, blijft beheerst en doelmatig handelen
  • Ontlaadt de spanning na herstel van de orde en rust
  • Maakt realistische planningen en stelt prioriteiten (arbeid)
  • Bewaart de balans tussen begeleidings- en productiedoelen (arbeid)
  • Stemt voortdurend af over voortgang en verwachtingen (arbeid)
  • Zoekt inventief naar mogelijkheden om achterstanden in te halen (arbeid)
  • Motiveert justitiabelen om af en toe een stapje harder te lopen (arbeid)

Omgeving

  • Wisselt kennis, informatie en ideeën met andere disciplines en instanties
  • Deelt kennis en informatie met collega’s binnen de organisatie en externe partners
  • Ondersteunt andere disciplines gevraagd en ongevraagd bij de realisatie van gemeenschappelijke doelen
  • Werkt actief aan een goede samenwerkingsrelatie
  • Stemt af met collega’s om in de aanpak op één lijn te blijven

Vernieuwen en verbeteren

  • Benut kansen om de eigen professionele kennis en vaardigheden te vergroten
  • Signaleert knelpunten en adviseert over mogelijke verbeteringen
  • Stelt zich open op voor feedback van collega’s en trekt daar lering uit.
  • Heeft oog voor de balans tussen belasting en belastbaarheid bij zichzelf en collega’s en maakt dit bespreekbaar

Vergelijk de competenties van de twee functiegroepen

  • Resultaatgerichtheid
  • Anticiperen
  • Stressbestendigheid
  • Klantgerichtheid
  • Motiveren
  • Voortgangscontrole
  • Zelfontwikkeling
  • Integriteit
  • Inlevingsvermogen
  • Flexibiliteit
  • Initiatief
  • Stressbestendigheid
  • Plannen en organiseren
  • Samenwerken
  • Zelfontwikkeling

Vergelijk het kwaliteitenprofiel van de twee functiegroepen

Ervaring

relevante werkervaring als stuurman of gezagvoerder

Opleiding

Werk- en denkniveau
  • MBO
  • MBO+
Opleidingsrichting en/of vakkennis

Voor binnenvaart geldt:

Gezagvoerder: 

  • Beperkt groot vaarbewijs A 
  • Radardiploma Binnenvaart 
  • Marifooncertificaat 
  • Dienstboekje 
  • Geldige binnenvaartkeuring

Competenties uit het kernprofiel

  • resultaatgerichtheid
  • anticiperen
  • stressbestendigheid
  • klantgerichtheid
  • motiveren
  • voortgangscontrole
  • zelfontwikkeling

Ervaring

Opleiding

Ervaring

geen specifieke eisen

Opleiding

Werk- en denkniveau
  • MBO niveau 4
Opleidingsrichting en/of vakkennis
  • geen specifieke opleidingseis.
  • Interne opleiding: MBO SPW 4 (4 certificaten) + DJI basisopleiding + BHV-opleiding
Overige kennis en vaardigheden
  • beveiligingsprocedures,
  • begeleiding en zorg,
  • motiverende bejegening,
  • observeren en rapporteren,
  • groepsdynamica,
  • culturele diversiteit,
  • mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid,
  • enige kennis van vreemde talen,
  • vaardigheid in omgaan met de doelgroep,
  • conflicthantering,
  • Weerbaarheid en fysieke conditie zijn op het gewenste niveau

Competenties uit het kernprofiel

  • integriteit
  • inlevingsvermogen
  • flexibiliteit
  • initiatief
  • stressbestendigheid
  • samenwerken
  • zelfontwikkeling

Ervaring

geen specifieke eisen

Opleiding

Werk- en denkniveau
  • MBO niveau 4
Opleidingsrichting en/of vakkennis

geen specifieke opleidingseis.

Interne opleiding: MBO SPW 4 (4 certificaten) + DJI basisopleiding + BHV-opleiding

Overige kennis en vaardigheden
  • beveiligingsprocedures,
  • begeleiding en zorg,
  • motiverende bejegening,
  • observeren en rapporteren,
  • groepsdynamica,
  • culturele diversiteit,
  • mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid,
  • enige kennis van vreemde talen,
  • vaardigheid in omgaan met de doelgroep,
  • conflicthantering,
  • organisatorische vaardigheden,
  • vaktechnische kennis en vaardigheden (bijv. metaal, hout),
  • ARBO,
  • Weerbaarheid en fysieke conditie zijn op het gewenste niveau

Competenties uit het kernprofiel

  • integriteit
  • inlevingsvermogen
  • flexibiliteit
  • initiatief
  • stressbestendigheid
  • samenwerken
  • zelfontwikkeling
  • plannen-en-organiseren