Coordinerend Beleidsmedewerker

Coördineert en verbindt meerdere complexe multidisciplinair samengestelde beleidsprocessen en is daarmee verantwoordelijk voor integrale beleidsproducten of creëert oplossingen voor maatschappelijke, urgente knelpunten, met grote politieke gevoeligheid

Opdracht(gever) (politiek/ambtelijk)

Resultaten Gedragsindicatoren Competenties
  • Politieke en maatschappelijke vraagstukken zijn vertaald in beleidsadviezen die bijdragen aan politieke en ambtelijke doelstellingen met aandacht voor kwaliteitseisen voor beleid
  • Geaccepteerde en gedragen beleidsproducten (verkenningen, analyses, adviezen, instrumenten, brieven, Kamervragen, MR-stukken, afgestemde instructies) passend binnen de beleidsagenda van de bewindslieden
  • Zorgvuldige en vlotte politieke besluitvorming is gerealiseerd op basis van een goede voorbereiding
  • Beleidsproces is uitgevoerd conform afspraken (o.a. politieke besluitvorming inclusief voor- en nazorg, bemensing, en voortgangsrapportages)
  • Ziet tegengestelde belangen en onderkent het politieke afbreukrisico voor minister en staatssecretaris
  • Anticipeert, wikt en weegt en schat de haalbaarheid in van bepaalde acties en besluiten
  • Inventariseert het krachtenveld
  • Ziet kansen en benut deze, in het belang van de organisatie
  • Bestuurssensitiviteit
  • Herkent ontwikkelingen en gevoeligheden binnen het eigen organisatieonderdeel en andere organisatieonderdelen en handelt daarnaar
  • Kent de organisatie goed en is zich bewust van de (in)formele regels, verschillende posities en belangen (krachtenveld) die relevant zijn voor het eigen werkterrein en gaat daar zo nodig creatief mee om
  • Schakelt intern de juiste mensen in voor steun en medewerking, vormt allianties en coalities
  • Toetst binnen de eigen organisatie het draagvlak voor ideeën en beslissingen
  • Organisatiesensitiviteit
  • Toont lef en weet waar de grens ligt, onderbouwt de eigen standpunten op basis van heldere argumenten
  • Communiceert open en deelt informatie: kiest het juiste moment om de eigen visie/argumenten naar voren te brengen
  • Kan bij fundamentele verschillen anderen overtuigen
  • Is vasthoudend en wint anderen voor zijn standpunten
  • Overtuigingskracht

Omgeving

Resultaten Gedragsindicatoren Competenties
  • Ketenpartners binnen en buiten het departement/de overheid en (inter)nationaal zijn effectief ingeschakeld en beïnvloed
  • Relevante signalen uit de samenleving, uitvoeringspraktijk en politieke omgeving worden in een vroeg stadium meegenomen en in de beleidsvorming benut
  • Heeft een relevant netwerk dat onderhouden is en gebruikt wordt
  • Producten/diensten/initiatieven zijn in co-creatie ontwikkeld en afgestemd met de relevante (inter) nationale omgeving leidend tot het gewenste effect/resultaat
  • Wordt door ketenpartners en relevante partijen erkend als deskundige op (eigen) dossiers.
  • Benut het eigen netwerk en wekt vertrouwen op bij de omgeving
  • Weet waar de benodigde deskundigheid in het netwerk zit en zet die ook voor eigen doelen in
  • Kent het netwerk van de politiek-bestuurlijke top en is in staat dit zonodig te mobiliseren (en op te schalen). Benadert de juiste mensen om steun en medewerking te verkrijgen
  • Netwerken
  • Is op de hoogte van recente ontwikkelingen, en maatschappelijke bewegingen en trends die van invloed zijn op het eigen werkterrein
  • Schat de beeldvorming over specifieke vraagstukken in de organisatie in
  • Beoordeelt of bepaalde ontwikkelingen wel of niet relevant zijn
  • Heeft inzicht in (inter)nationale politieke en/of maatschappelijke ontwikkelingen en integreert deze in het dagelijkse werk
  • Omgevingsbewustzijn
  • Haalt en brengt relevante kennis en informatie
  • Betrekt relevante partijen zo vroeg mogelijk in het proces en werkt samen met hen aan een gezamenlijk resultaat
  • Reageert actief en constructief op ideeën en standpunten van anderen
  • Weet te verbinden, waardoor een probleem gemeenschappelijk wordt
  • Samenwerken
  • Laat zich onder stressvolle omstandigheden niet van de wijs brengen
  • Straalt rust en vertrouwen uit onder alle omstandigheden
  • Hakt knopen door en heeft het overzicht, ook bij moeilijke omstandigheden en complexe problemen
  • Blijft onder tijdsdruk beheerst en effectief handelen
  • Blijft gemotiveerd, ondanks teleurstelling en/of tegenwerking
  • Stressbestendigheid

Bedrijfsvoering

Resultaten Gedragsindicatoren Competenties
  • Het team is inhoudelijk juist aangestuurd
  • Medewerkers van het team zijn gemotiveerd
  • Processen zijn gevolgd conform de geldende kaders/spelregels (Beleidskompas) en afspraken
  • Beleidsprocessen en projecten zijn uitgevoerd conform plan van aanpak (tijd, kwaliteit, budget) en afspraken
  • Heeft afspraken gemaakt over het krijgen van richting en ruimte en legt rekenschap af over de te behalen resultaten
  • Stelt concrete doelen, prioriteiten en acties voor zichzelf en eventueel anderen
  • Weegt kosten en rendement van de aanpak eigen handelen goed tegen elkaar af
  • Overziet over financiële consequenties van plannen en acties en acteert daarnaar
  • Maakt een planning, geeft prioriteiten aan en stemt deze af met de opdrachtgever
  • Kent de regels en procedures, maar zoekt de grenzen op van wat wel/niet mogelijk is
  • Borgt kennis en vaardigheden op het gebied van informatiehuishouding, (sociale) media en ICT- toepassingen
  • Plannen en organiseren
  • Bewaakt de voortgang van het werk en houdt focus
  • Komt afspraken na en haalt de afgesproken deadlines
  • Doet alles om met de medewerkers van het team de doelen tijdig te bereiken via een goede werkverdeling en het streven naar zelfstandigheid
  • Neemt gerichte acties om doelen te bereiken
  • Resultaatgerichtheid
  • Smeedt medewerkers tot één team, door een gemeenschappelijk doel voor ogen te stellen
  • Zet de medewerkers in op hun kwaliteiten ten behoeve van het te realiseren doel
  • Verkent en onderzoekt waar samenhang en samenwerking mogelijk is, en faciliteert deze
  • Aansturen groep

Vernieuwen en verbeteren

Resultaten Gedragsindicatoren Competenties
  • Actieve kennisontwikkeling met betrekking tot de beleidscyclus (plan-do-check-act-principe) is geborgd
  • Relevante kennis is beschikbaar en is gedeeld met relevante partijen
  • Signaleert kansen voor verbetering en/of verandering en realiseert deze
  • Evalueert eigen werk(wijze) (Beleidskompas), leert daarvan en draagt nieuwe inzichten over aan collega’s
  • Initieert en stimuleert kennis(ontwikkeling) binnen de eigen organisatie
  • Treedt buiten bestaande denkkaders en werkwijzen om tot nieuwe oplossingsrichtingen te komen
  • Creativiteit