Terug naar functiegroepen overzicht

Functiegroepen vergelijken

Kies twee functiegroepen om de resultaatgebieden, gedragsindicatoren, competenties en het kwaliteitenprofiel met elkaar te vergelijken.

Medewerker Operationeel Verkeersmanagement

Uitvoering

Inspecteur / Medewerker Toezicht

Toezicht

Vergelijk de resultaatgebieden/resultaten van de twee functiegroepen

Zorgt voor een vlotte, veilige en milieubewuste doorstroming van verkeer op de (vaar)weg

Verricht (voorbereidende) toezicht- en/of opsporingsactiviteiten op naleving van wet- en regelgeving en voorkomt of beëindigt ongewenste situaties

Opdracht(gever) (politiek/ambtelijk)

  • Incidenten en calamiteiten op de (vaar)weg zijn juist afgehandeld
  • De veiligheid op de (vaar)weg is gewaarborgd
  • De milieuwetgeving is gehandhaafd

Omgeving

  • De (vaar)weggebruikers zijn juist geïnformeerd
  • De juiste functionarissen en instanties (o.a. collega's, politie, hulpdiensten) zijn juist geïnformeerd en ingeschakeld

Bedrijfsvoering

  • Verkeersgegevens en rapporten van incidenten zijn volledig en juist
  • De administratie voldoet aan de geldende regelgeving
  • Er is een team met gekwalificeerde en gemotiveerde medewerkers)
  • Medewerkers zijn op het juiste moment op de juiste plaats ingezet (geldt alleen voor coördinatoren)

Vernieuwen en verbeteren

  • Verbeterde werkwijzen op basis van perio-dieke evaluatie (o.a. plan-do-check-act) zijn doorgevoerd
  • Ideeën voor het verbeteren van resultaten zijn geleverd

Opdracht(gever) (politiek/ambtelijk)

  • (Voorbereidende) toezicht-activiteiten zijn uitgevoerd conform opdracht en/of afspraak
  • (Voorbereidende) opsporings-activiteiten zijn uitgevoerd conform opdracht van het OM (geldt alleen voor opsporing)
  • Knelpunten, trends en ontwikke-lingen zijn gevraagd en ongevraagd gesignaleerd

Omgeving

  • In- en externe bronnen zijn effectief, efficiënt en zorgvuldig gebruikt
  • Heeft een relevant in- en extern netwerk dat is onderhouden en wordt gebruikt
  • Interventies zijn gericht op waarheidsvinding en/of gedragsverandering
  • Vergunningen, ontheffingen, etc. zijn correct verleend
  • Er is acceptatie van de toezicht-activiteiten bij de klanten

Bedrijfsvoering

  • Toezicht- en opsporings-processen- en producten zijn conform wet- en regelgeving, kaders en afspraken uitgevoerd
  • Een doelmatig en werkbaar plan van aanpak is geleverd
  • De administratie en de inhoud van de systemen zijn op orde

Vernieuwen en verbeteren

  • Kennisdeling is geborgd
  • Vernieuwde/verbeterde methoden, werkwijzen, werkprocessen, producten en oplossingen door periodieke evaluaties (bijv. dmv plan-do-check-act-principe) zijn geleverd

Vergelijk de gedragsindicatoren van de twee functiegroepen

Opdracht(gever) (politiek/ambtelijk)

  • Schat gedragingen van wegverkeer/scheepvaart en trein/lijndienst in
  • Schat risico’s van beslissingen in
  • Herkent afwijkende situaties aan de hand van signaleringssystemen
  • Maakt zelfstandig een goede inschatting van (onveilige) situaties en onderneemt tijdig actie om onveiligheid te voorkomen
  • Bepaalt consequenties van maatregelen over de grenzen van eigen situatie/regio heen
  • Haalt tijdig anderen erbij. Stemt eigen maatregel en acties van anderen met elkaar af
  • Kan zich voorstellen hoe de situatie zich zal ontwikkelen na eventuele maatregelen (scenario’s denken)
  • Kan met veel informatiebronnen (fax, telefoon, beeldscherm, etc) tegelijk omgaan
  • Behoudt het overzicht over een veelheid aan informatie en situaties en schat de relevantie ervan goed in
  • Blijft ook in rustige perioden alert en waakzaam
  • Blijft rustig bij plotselinge gebeurtenissen en behoudt, ook onder druk van hulpdiensten of weggebruikers, eigen integriteit
  • Wijkt in nood af van standaardprocedures en houdt zich aan het protocol
  • Schakelt soepel tussen verschillende verkeerssituaties en betrokken partijen die aandacht vragen
  • Neemt, ook zonder volledige informatie en klankbord, zelfstandig besluiten om situatie veilig te stellen
  • Houdt vast aan eigen besluit maar is ook in staat in geval van nieuwe informatie alternatieven te horen en eigen besluit te heroverwegen
  • Is alert en grijpt direct in bij problemen en onduidelijkheden
  • Kan met tegenstrijdige aanvragen van anderen omgaan en stuurt aan op de meest veilige oplossing
  • Is in staat een besluit/maatregel/handeling naderhand te onderbouwen

Omgeving

  • Weet wat een beslissing betekent voor een (vaar-)weggebruiker
  • Houdt in het handelen rekening met de behoeften en belangen van de (vaar-) weggebruiker
  • Doet moeite om behoeften en belangen van de (vaar-) weggebruiker te onderzoeken
  • Leeft zich in het verwachtingpatroon van de (vaar-) weggebruikers in
  • Kan kort en bondig betrokkenen de situatie uitleggen. Rapporteert kort en volledig
  • Spreekt anderen aan op richtlijnen en protocollen en gevolgen van acties en beslissingen
  • Kan anderen overtuigen van genomen maatregelen
  • Luistert actief en vraagt door
  • Is in staat om feedback te ontvangen en geven

Bedrijfsvoering

  • Maakt mensen enthousiast, raakt bij hen de juiste snaar (Geldt alleen voor coördinatoren)
  • Spreekt waardering in medewerkers uit (Geldt alleen voor coördinatoren)
  • Inspireert mensen door eigen commitment te tonen (Geldt alleen voor coördinatoren)
  • Krijgt mensen zover dat ze zich committeren (Geldt alleen voor coördinatoren)
  • Pikt zaken op waar anderen overheen kijken
  • Kan lang met details omgaan zonder fouten te maken

Vernieuwen en verbeteren

  • Werkt zich snel in nieuwe materie in
  • Integreert nieuwe kennis in bestaande
  • Leert van eigen fouten
  • Benut nieuwe ervaringen effectief

Opdracht(gever) (politiek/ambtelijk)

  • Maakt een realistische inschatting van de toezicht- of opsporingsituatie, taxeert risico’s en impact en stelt prioriteiten
  • Komt snel en adequaat tot een juiste aanpak op basis van informatie, afwegingen en argumenten
  • Observeert scherp en herkent (signalen van) misstanden
  • Overziet mogelijke consequenties van zijn keuzes en optreden
  • Tast de positie en bereidwilligheid van de wederpartij af.
  • Verplaatst zich in de positie van de ander en toont begrip
  • Maakt de eigen positie en (professionele) grenzen kenbaar
  • Handelt naar de regels, procedures, verschillende posities en belangen die relevant zijn voor het eigen werkterrein
  • Toetst ideeën, mogelijkheden binnen de organisatie

Omgeving

  • Onderbouwt zijn acties helder en logisch
  • Brengt zijn bevindingen met beslistheid
  • Luistert goed naar de argumenten en sluit hierop aan met relevante argumentatie
  • Benoemt posities, regelgeving, consequenties en benadrukt gemeenschappelijke belangen
  • Houdt overzicht, brengt structuur aan en bewaart rust, ook in conflictvolle en risicovolle situaties en onder tijdsdruk
  • Laat zich niet van de wijs brengen bij verbale en schriftelijke druk door belanghebbenden
  • Stelt onder druk snel de juiste prioriteiten en neemt de juiste besluiten
  • Toont initiatief, durf, stabiliteit en zelfvertrouwen

Bedrijfsvoering

  • Stelt concrete doelen, prioriteiten en acties
  • Komt met een plan van aanpak om gestelde doelen te bereiken
  • Maakt realistische inschattingen van benodigde tijd, geld en middelen
  • Signaleert en communiceert tijdig afwijkingen en komt met mogelijke alternatieven en escaleert indien nodig
  • Heeft aandacht voor details, pikt zaken op waar anderen overheen kijken
  • Werkt nauwkeurig en systematisch volgens de voorgeschreven werkwijzen en procedures

Vernieuwen en verbeteren

  • Weet wat er speelt in het vakgebied, in de omgeving en in de organisatie
  • Past ideeën voor verbetering van werkzaamheden direct toe
  • Evalueert eigen werkwijzen, leert van de ervaringen en deelt nieuwe inzichten met collega’s

Vergelijk de competenties van de twee functiegroepen

  • Anticiperen
  • Stressbestendigheid
  • Besluiten nemen
  • Klantgerichtheid
  • Mondelinge uitdrukkingsvaardigheid
  • Motiveren
  • Accuraat werken
  • Zelfontwikkeling
  • Oordeelsvorming
  • Organisatiesensitiviteit
  • Overtuigingskracht
  • Stressbestendigheid
  • Plannen en organiseren
  • Accuraat werken
  • Zelfontwikkeling

Vergelijk het kwaliteitenprofiel van de twee functiegroepen

Ervaring

Ervaring als sluismeester

Opleiding

Werk- en denkniveau
  • VMBO
  • MBO
Opleidingsrichting en/of vakkennis

VMBO, MBO: Relevant voor het aandachtsgebied

Nautische functies 2( binnen 2 jaar na benoeming)

Radartraining

Marifooncertificaat

Nautisch duits

Nautisch engels (geldt alleen voor buiten- en weefgebieden)

Competenties uit het kernprofiel

  • anticiperen
  • stressbestendigheid
  • besluiten-nemen
  • klantgerichtheid
  • mondelinge-uitdrukkingsvaardigheid
  • motiveren
  • accuraat-werken
  • zelfontwikkeling

Ervaring

enige / ruime ervaring  en succesvol; ervaring met (inhoudelijk ondersteunen van) toezicht of opsporing of ervaring relevant voor de sector dan wel het aandachtsveld

Opleiding

Werk- en denkniveau
  • MBO
Opleidingsrichting en/of vakkennis

MBO: relevant voor (inhoudelijk ondersteunen van) toezicht of opsporing

 

relevante kennis van de sector en van het eigen aandachtsveld (bedrijfstakken, organisaties, processen e.d.); (brede) kennis en kunnen toepassen van relevante wet- en regelgeving, strafrecht en AWB, jurisprudentie; interventiekunde; kennis van nalevingsmotieven en kunnen beïnvloeden van nalevingsgedrag

Competenties uit het kernprofiel

  • oordeelsvorming
  • organisatiesensitiviteit
  • overtuigingskracht
  • stressbestendigheid
  • plannen-en-organiseren
  • accuraat-werken
  • zelfontwikkeling